Plezier in lezen is het begin van ware leesvaardigheid. Wat leuk is voelt immers niet als leren. Om leerlingen aan te moedigen veel leeskilometers te maken, werkt de bibliotheek van Anna Paulowna sinds 2021 met stagiairs: leerlingen uit groep 7 die hun schoolgenootjes wegwijs maken in de bieb.

Marie-José Stobbe is coördinator Taalcafé voor KopGroep Bibliotheken, maar ook al een aantal jaar vrijwilliger op een basisschool. In eerste instantie op de Spoorbuurtschool als leesmoeder. Ze begeleidde de kleuters in de Biebbus. “Die werd op een gegeven moment wegbezuinigd”, vertelt ze. “We kregen een onbemande bibliotheek voor volwassenen en de collectie voor kinderen kwam op de scholen te staan.’’ Marie-José was nauw betrokken bij het opstarten van deze schoolbibliotheek, maar toen haar kinderen overstapten naar een andere school, stopte ze.

Ze vertelt: “Een jaar later kwam er weer een echte bibliotheek in Anna Paulowna. Nu in De Ontmoeting. Het mooie is dat daar ook twee scholen bij in zitten. Toen ben ik met de vestigingscoördinator gaan praten dat ik daar wel wat mee wilde doen. Het idee was simpel. Met een bibliotheek in de school, die je onder schooltijd kunt bezoeken, kan de drempel haast niet lager zijn. Ik heb het samen met een andere vrijwilliger opgepakt om steeds groepjes leerlingen uit de klas op te halen om lekker door de boeken te struinen.’’
‌
Dat was vlak voordat corona begon. Marie-José speelde al met het idee om leerlingen meer te betrekken. De pandemie gaf het een extra duwtje. “Wij mochten de school niet meer in, dus we konden de leerlingen niet ophalen. Maar leerlingen mochten natuurlijk wel met elkaar naar de bieb.”

Er kwam een officiële sollicitatieprocedure. “We kregen ontzettend leuke brieven. Kinderen die vertelden heel erg van lezen te houden en graag aan andere kinderen wilden vertellen wat leuke boeken zijn. Uiteindelijk hebben we er vier – twee jongens en twee meisjes – uitgekozen en opgeleid.” De leerlingen zijn helemaal thuis in de verschillende leesniveaus en kunnen het kleurensysteem dat op school wordt gebruikt omzetten in de AVI-codes die de bibliotheek aanhoudt. Ze kennen de verschillende thema’s en de bijhorende stickers en weten andere kinderen te wijzen waar alles staat.

Marie-José: “Ze vragen bijvoorbeeld wat een leerling een leuk boek vond en adviseren dan een boek dat ze mogelijk ook leuk zullen vinden. Aan de kleuters lezen ze voor. Verder zorgen ze natuurlijk dat alle boeken langs de computer gaan bij het uitlenen en inleveren. Daarna ruimen ze die op in de juiste kast.” In de bibliotheek staat ook een ‘Makkelijk Lezen’-kast. Daarin vinden de leerlingen boeken die niet al te moeilijk geschreven zijn, met veel plaatjes. “Maar ze zijn vooral heel leuk”, vertelt Marie-José. “De stagiairs verdedigen die kast echt. De boeken die erin staan zijn voor iedereen. Je hoeft je er nooit voor te schamen om daar iets uit te pakken.”
‌
‌De stagiairs doen hun werk met trots. Marie-José: “Ik heb badges voor ze gemaakt. Ze dragen ze altijd. Daar hoef ik nooit om te vragen. En het is ontzettend leuk om te zien hoe thuis ze zijn in de bibliotheek. Ik controleer natuurlijk of alles goed gaat, maar ik ben wel een mevrouw. Medeleerlingen staan een stuk dichterbij. En hoe goed kan het werken als een oudere leerling, waar je een klein beetje tegenop kijkt, je aan een leuk nieuw boek helpt.”

Marie-José is op haar beurt trots op het project en op de stagiairs. “Leesplezier is een opwaartse spiraal. Als je iets leuks gelezen hebt, krijg je zin om meer te lezen. Wanneer iemand je dan goed adviseert, kom je bij de volgende positieve leeservaring. Kinderen die de verkeerde boeken voorgeschoteld krijgen, die te moeilijk zijn of die ze niet interessant vinden, hebben veel minder zin om daarna nog eens een boek te pakken.” Ze is dan ook blij met de financiële ondersteuning van gemeentes en de medewerking van de scholen. “Op de ene school doen alle klassen mee en op de andere inmiddels vijf van de acht. We hopen natuurlijk de rest ook mee te krijgen.”